Thermische omgevingsfactoren (TOF)

Elke werkgever moet in samenspraak met zijn preventieadviseur een risicoanalyse uitvoeren van de thermische omgevingsfactoren (TOF) aanwezig op de arbeidsplaats – Codex boek V, titel 1. Hierbij moet hij rekening houden met de luchttemperatuur, de relatieve luchtvochtigheid, de luchtstroomsnelheid, de thermische straling, de fysieke werkbelasting, de gebruikte werkmethodes en arbeidsmiddelen, de werkkledij en persoonlijke beschermingsmiddelen. Vergeet ook niet de combinatie van deze factoren te bekijken.

Op basis van de resultaten van de risicoanalyse moet hij passende preventiemaatregelen nemen die ook rekening houden met de actiewaarden voor blootstelling en met de gangbare voorschriften en gebruiken inzake comfort op de arbeidsplaats.

Factoren die het binnenklimaat beïnvloeden

De behaaglijkheid in een ruimte wordt vooral bepaald door de temperatuur, de vochtigheid van de lucht en de luchtbewegingen. Daarnaast spelen de werkzaamheden en kleding een rol. Ook de zuiverheid van de binnenlucht is belangrijk. Deze wordt in belangrijke mate bepaald door de in de ruimte vrijkomende stoffen, dampen en de kwaliteit van het ventilatiesysteem.  Vanuit het gezondheidsoogpunt is de minimale luchtverversing per persoon 30 m3 per uur bij lichte werkzaamheden. Voor zware werkzaamheden loopt dit op tot 60 m3/uur.

Een binnenklimaat dat voor alle aanwezige personen ideaal is, is lastig te realiseren.  Daar zijn twee oorzaken voor aan te wijzen: elke mens ervaart klimaat verschillend (subjectief) en het grote aantal parameters die hun invloed hebben op het binnenklimaat.  Tocht wordt als hinderlijk ervaren vanaf een luchtsnelheid groter dan 0,2 m/s.

Warmte, hoe de maximaal toegelaten temperatuur bepalen?

In tegenstelling tot wat men vaak denkt, wordt de temperatuur niet met een gewone thermometer gemeten, maar door middel van een “gecombineerde thermometer – WBGT”. Deze bepaalt het gevoel van warmte op de werkplaats op grond van de temperatuur, maar ook op basis van andere factoren zoals straling, luchtsnelheid en vochtigheidsgraad. In de praktijk zorgt dit ervoor dat een gewone thermometer meestal hogere temperaturen dan de WBGT-thermometer aangeeft.

Maximum temperatuur hangt samen met de aard van het werk

De wettelijke maximumgrenzen verschillen naargelang de aard van het werk dat door de werknemers geleverd wordt. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen zeer licht en licht werk, halfzwaar werk en zwaar werk. Doorgaans beschouwt men zittend werk als een vorm van (zeer) licht werk, daar waar manueel werk zoals spitten, tilwerk, hout zagen… onder (half)zwaar werk gecatalogeerd wordt.

Bij (zeer) licht werk spreekt men over overmatige warmte bij overschrijding van de WGBT index 29 , naargelang de lucht vochtigheid stemt dit overeen met een temperatuur tussen de 32 en 38 graden Celsius. Voor halfzwaar en zwaar werk bedraagt de maximum WGBT index respectievelijk 26 en 22.  Afhankelijk van de luchtvochtigheid, komt dit overeen met temperaturen tussen de 26 en 30 graden Celsius.

Koude – buitenwerken bij 5° C

Wanneer de buitentemperatuur lager is dan 5°C moet er gratis warme dranken beschikbaar zijn. Denk aan:

  • De refters moeten voorzien zijn van een opwarmtoestel voor eten en drinken.
  • Een verwarmde pauzeruimte voorzien.
  • Soep, warme chocolade melk, thee en niet te sterke koffie.
  • Extra droge werkkledij

Gezondheidsrisico’s

Werken bij vorst en sneeuw houdt volgende gezondheidsrisico’s in:

  • Onderkoeling waarbij de lichaamstemperatuur daalt tot onder 35°C. Het risico op afkoeling wordt groter wanneer de werkkledij nat is.
  • Vrieswonden aan vingers en tenen. De eerste tekenen zijn tintelingen en verlies van gevoel in de vingers. De huid is wit, wasachtig en ijskoud.

Veiligheidsrisico’s

Naast de gezondheidsrisico’s verhogen sneeuw en ijs het risico op ongevallen

  • Het risico op uitglijden op de begane grond is groter.
  • Vallen van hoogte, meer bepaald bij dakwerken of werken op ladders.
  • Minder grip met de handen, immers de koude maakt de vingers stijf.
  • Slipgevaar met de auto, vrachtwagen onderweg of van en naar het werk.
  • Risico op brand door bijvoorbeeld het laten drogen van werkkledij op een elektrisch verwarmingstoestel.
  • Risico op CO-vergiftiging als een verwarmingstoestel niet goed werkt in een slecht geventileerde ruimte.
  • Afgezonderde werknemers lopen een verhoogd risico wanneer zo onwel worden en alleen aan het werk zijn.
  • Ook de duisternis ’s morgens en ’s avonds zorgt voor minder zichtbaarheid. Draag zeker fluorescerende werkkledij om gezien te worden.

Hulp nodig met uw TOF ?

Door zorg te dragen voor een gezonde werkomgeving zijn mensen productiever en kan het ziekteverzuim worden teruggedrongen. Contacteer 4 safe voor uw TOF-offerte. Wij komen dan langs voor enkele steekproefmeting, we brengen risico’s in kaart en stellen een paar vraagjes aan uw mensen over hoe zij de werkomgeving ervaren.

klimaatstudie