Om de veiligheid en de gezondheid van werknemers te waarborgen op arbeidsplaatsen met explosiegevaar, is de sociale ATEX 153 richtlijn van kracht.  Dat geldt zowel voor de omgeving (uitwendig) van de arbeidsplaats, als ook voor het inwendige van de procesinstallatie.

Wat is een stofexplosie

Bij explosieve atmosferen denkt men vaak aan gassen, zoals in de petrochemie. Een stofexplosie is een vaak onderschat risico.  Denk aan een schrijnwerkerij of een maalderij waar graan wordt bewerkt tot bloem.  Na verloop van tijd vormt er zich een klein laagje meel op de grond.  Waait dat stof op, bijvoorbeeld bij het openen van een deur, dan kan dit stof ontsteken (ontbranden) bij een kleine ontstekingsbron (denk aan statische elektriciteit).

Zo’n stofexplosie gaat vaak gepaard met brand.  Doordat de massa van een stofwolk veel groter is dan van de gaswolk, is de bij ontbranding vrijkomende energie veel groter. Vaak betreft het stof van organisch materiaal zoals meel, houtstof of veevoer.  Veelal zijn de stofdeeltjes kleiner dan 100 micron.

Over stofexplosies gaan veel verhalen de ronde waarvan wij er hier een aantal bespreken en ontkrachten.


Mythe 1: er is veel stof nodig om een stofexplosie te veroorzaken

Voor veel brandbare poedervormige stoffen ligt de minimum concentratie op circa 30 – 100 gram / m3. In een menger van 5 m3 is dus 500 gram voldoende, wanneer we uitgaan van een LEL van 100 gram/ m3, dat is dus weinig.  Een laagdikte van 1 mm stof met een dichtheid van 500 kg/m3 zal bij een hoogte van 5 m een stofwolk kunnen vormen van 100 gram / m3, indien homogeen verdeeld in de lucht. Ook bij hogere concentraties is er nog steeds een explosieve stofwolk aanwezig. Vaak wordt de vraag gesteld wanneer er sprake is van een stoflaag. Daar worden dan diverse uitspraken gedaan, zoals:

* als je je voetstappen kan zien
* als je je naam kan schrijven in het stof
* als je de kleur van de onderliggende vloer of laag niet kan zien

Laagdiktes van circa 1 mm stof zijn doorgaans ruim voldoende om een explosieve stofwolk te vormen. Dus er is niet zoveel stof nodig voor een stofexplosie.

Mythe 2: Gasexplosies zijn veel risicovoller dan stofexplosies

Risico is de combinatie van kans en effect. In gebieden met gasexplosiegevaar is men doorgaans veel bewuster van de gevaren en risico’s dan in gebieden met stofexplosiegevaar. Ook wordt gasexplosiegevaar gevoelsmatiger als risicovoller ervaren dan stofexplosiezones. Een meelsilo direct naast een particuliere woning is gevoelsmatig een lager risico dan een grote gastank.

Gassen ontsteken over het algemeen veel gemakkelijker dan stoffen. De ontstekingsenergie van gassen is veel kleiner dan die van stoffen. Derhalve worden van oudsher al vele maatregelen genomen om vonken en hete oppervlakken te voorkomen in gebieden met gasexplosiegevaar. De effecten van stofexplosies zijn doorgaans even ernstig dan die bij gasexplosies.

Mythe 3: Stof kan alleen worden ontstoken met een zeer sterke ontstekingsbron

Er zijn stoffen die een zeer lage minimum ontstekingsenergie bezitten. Nog steeds groter dan die van gassen, maar er zijn stoffen met een ontstekingsenergie van circa 3 mJ. Een stofwolk van dergelijke stoffen kunnen door statische elektriciteit gemakkelijk worden ontstoken. De energie van een persoon door statische elektriciteit is circa 30 mJ. Dat is dus ruimt voldoende voor ontsteking van een stofwolk.

Een zeer sterke ontstekingsbron is lang niet altijd noodzakelijk om een stofexplosie te kunnen veroorzaken. Raadpleeg dus altijd de MIE (minimum ontstekingsenergie) van het poeder.

Mythe 4: Een afgesloten ruimte is een vereiste voor een stofexplosie

Een afgesloten ruimte is niet altijd vereist voor een stofexplosie. Een volledig open omgeving zal een zeer geringe drukopbouw geven tijdens een snelle verbranding van een stofwolk. Dit zal eerder het kenmerk hebben van een steekvlam met geringe drukopbouw. Aan de andere kant zal een afgesloten ruimte bij een snelle verbranding een grote drukopbouw geven (circa 8 bar). Tussen beide uitersten vinden we situaties waarbij een deels afgesloten ruimte een behoorlijke drukopbouw kan geven bij een snelle verbranding. Denk bijvoorbeeld aan een lange gang. Een snelle verbranding zal hier zeker voor de nodige drukopbouw zorgen, zodat we kunnen spreken van een stofexplosie. Hetzelfde geldt voor omvangrijke installaties met deels opgesloten ruimten en nauwe doorgangen. Denk aan een stofafzuigingsinstallatie in een schrijnwerkerij.  Een stofexplosie kan hier grote schade veroorzaken.

Mythe 5: Stoflagen kunnen niet worden ontstoken

Stoflagen kunnen gaan smeulen en branden, dus een stoflaag kan worden ontstoken. Of een smeulende stoflaag een stofexplosie kan veroorzaken is afhankelijk van de aan wezigheid van een stofwolk. Een smeulbrand in een stoffilter, waar op een gegeven moment een stofwolk aanwezig is (bijvoorbeeld bij het schoonkloppen van een filter), kan zeker wel een stofexplosie veroorzaken.

Door op een correcte wijze te gaan ATEX zoneren en vervolgens passende maatregelen te nemen, kunnen de risico’s voldoende worden beheerst.  Hulp nodig ?  4 safe helpt bij het opmaken van uw brandpreventiedossier.  Voor het maken van de onstekingsanalyse en het opstellen van het explosieveiligheidsdocument werken wij samen met ATEX specialisten.

Bewerkte bron artikel: nieuws – www.iab-ingenieurs.nl